PHP
Personal Home Page
PHP wordt veel gebruikt om op webservers dynamische webpagina’s te creëren. De code van de pagina wordt op de webserver uitgevoerd en het resultaat wordt naar de computer van de bezoeker gestuurd. De pagina zal vervolgens in de webbrowser getoond worden.
Aanvankelijk stonden de letters PHP voor Personal Home Page. Dat betekend informatie verwerken tot hypertext (meestal HyperText Markup Language (HTML) en Extensible HyperText Markup Language (XHTML).
Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld JavaScript, waarbij de webbrowser eerst de pagina van de webserver downloadt en vervolgens zelf (op de computer van de bezoeker) code uitvoert.
Wanneer een webbrowser een PHP-document oproept, wordt op de server eerst de in het document opgenomen programmeer-code uitgevoerd.
Bezoek ook: HTML
Geen Programmeer maar Scripttaal
PHP is eigenlijk een scripttaal en geen programmeertaal. Voor het gemak spreken we over een programmeertaal dat voornamelijk wordt gebruikt om HTML te genereren, maar wordt ook veelvuldig gebruikt voor het genereren van CSS, RSS-feeds en JavaScripts.
Hieronder staat een slideshow met 3 verschillende PHP systemen van YouTube, Twitter en Mail.com…
Van Webserver naar Website
Dit gebeurt door de PHP-engine. Het resultaat (meestal HTML) wordt door de webserver naar de webbrowser gestuurd. PHP ondersteunt ook diverse extensies die (in de Windows-versie) als aparte module geleverd worden.
De code is erg populair en wordt voor allerlei webapplicaties gebruikt, zoals bulletinboards/forums, CMS systemen, blogs en wiki’s. Inmiddels worden ruim 26 miljoen websites gegenereerd met behulp van deze populaire code.
In PHP-documenten kan op meerdere manieren tekst aan de gebruiker worden gepresenteerd. In server-side documenten kan PHP vrij tussen de HTML-tags worden aangeroepen. Alles binnen de PHP-tags wordt door de PHP-interpreter uitgevoerd. Op deze wijze kunnen dynamische HTML-documenten worden gecreëerd.
PHP Coderen
in PHP (met name PHP5) is het mogelijk om object georiënteerd te programmeren, net als in bijvoorbeeld JavaScript en C++. Een opvallend kenmerk van de taal is dat variabelen voorafgegaan moeten worden door een dollarteken (‘$’).
Dit is overgenomen uit de scripttaal Perl, een taal waar PHP veel overeenkomsten mee vertoont.
Standaard is de webserver zo ingesteld dat bestanden, die eindigen op de extensie .php, door de server als PHP script herkend worden.
Zo’n PHP bestand hoeft niet alleen uit PHP-code te bestaan, er kan ook net zo goed HTML, CSS en JavaScript in voorkomen.
Bezoek ook: CSS | JavaScript
Wanneer een PHP-script uitgevoerd wordt door de webserver, kan de PHP-parser (de software die PHP-code interpreteert) zich in 2 toestanden bevinden namelijk het HTML-model en het PHP-model.
In HTML-mode wordt de letterlijke tekst van het script naar de browser van de bezoeker gestuurd, zonder dat daar iets mee gedaan wordt. In de PHP-mode wordt het script eerst uitgevoerd waarna het resultaat naar de browser wordt gestuurd.
Dat betekent echter niet dat de letterlijke tekst naar de browser wordt gestuurd maar dat de verschillende opdrachten achtereenvolgens uitgevoerd worden. Eerst krijgt de variabele $message de waarde Hello World en vervolgens wordt de waarde van $message naar de browser gestuurd.
Vanaf de stop-tag wordt weer de letterlijke tekst van het script naar de browser gestuurd.Een PHP script bestaat dus uit één of meer statements. Ieder statement moet worden afgesloten met een ; (puntkomma). Een statement mag op meer dan één regel getypt worden.
Gebruik maken van Variabelen
Variabelen zijn opslagplaatsen voor verschillende waarden. Je kunt dit zien als een snelkoppeling naar een berekening of tekst. Dit kan handig zijn om later met de uitkomst door te rekenen, of om te voorkomen dat je steeds dezelfde tekst moet typen.
In PHP gebruik je voornamelijk de volgende typen variabelen:
- Integers: (hele getallen)
- Floats: (kommagetallen)
- Strings: (tekst, leestekens en symbolen)
- Arrays: (lijsten),
- Booleans: (“waar” (true) of “niet waar” (false))
Home Kennisbank
PHP